De koopmarkt trekt aan, wat zijn de gevolgen in de huurmarkt?

Steeds meer positieve verhalen over de markt voor koopwoningen bereiken de consument. Het self-fulfilling prophecy principe speelt momenteel een belangrijke rol. Des te meer positieve verhalen er de ronde doen, des te meer mensen hun kans waarnemen en een woning kopen. Logisch, beter gekocht op het dieptepunt van de markt dan straks meer betalen in een overspannen markt. De trein rijdt weer.

Trendsetter Amsterdam

De situatie in Amsterdam is wellicht een voorbode voor wat er komen gaat in de rest van Nederland. Amsterdam ging op het gebied van prijsdaling als laatste de crisis in en lijkt er nu als eerste weer uit te komen. Volgens de onlangs gepubliceerde cijfers van de NVM trekt de Amsterdamse markt fors aan. De prijs van een doorsnee koopwoning in Amsterdam steeg de afgelopen twee kwartalen op rij met 2,5% in het tweede kwartaal en in het doorgaans moeilijke derde kwartaal zelfs met 2%. Ook het aantal transacties is met maar liefst 14% toegenomen.

Situatie huurmarkt?

De huurmarkt kenmerkt zich de afgelopen jaren als een zeer prijsstabiele markt. Het huuraanbod en de vraag hielden elkaar in evenwicht. Nu de situatie op de koopmarkt verbetert, stagneert het aanbod huurwoningen in de vrije sector en dreigen de huurprijzen te stijgen. De afgelopen jaren kreeg het aanbod nog een impuls omdat huiseigenaren die geen kopers konden vinden hun pand in de verhuur deden. De omvang van de vrije sector huurmarkt blijft echter te klein om schokken op te vangen.

Vrije sector te klein

Jasper de Groot, Algemeen directeur van Pararius.nl: “Juist het aanbod in de vrije sector zou nu sterk moeten groeien. Nederland ontbeert aanbod van kwalitatief goede huurwoningen voor de middeninkomens.” Uit onderzoek van de Rabobank blijkt dat de Nederlandse huurmarkt, qua dynamiek, internationaal gezien stijf onderaan staat. Van alle landen die werden onderzocht kent Nederland de grootste sociale huursector van alle landen. Slechts 5% kent een vrij bepaalbare huur. Bovendien worden er van de ruim 2,5 miljoen sociale huurwoningen die Nederland telt, zo’n zeshonderdduizend bewoond door mensen die hiervoor te veel verdienen. De subsidie valt dus in verkeerde handen. Vaak willen deze mensen wel opschuiven naar een betere huurwoning echter de verhuisprikkel en het aanbod ontbreekt.

Als het aanbod in de vrije sector groeit, zal de huurmarkt dynamischer worden omdat het verschil met de sociale sector kleiner wordt. Er is overigens brede consensus dat de scheve verhouding anders moet. Het door de woningbranche gelanceerde plan Wonen 4.0, het woonakkoord van het kabinet, de economen, allen sturen aan op meer vrije sector huurwoningen en minder sociale huur. Het zal echter nog wel even duren voordat de verschillen zijn gemarginaliseerd maar het begin gloort aan de horizon.